Elke echo is uniek en niet vergelijkbaar met een andere, net zoals elke zwangerschap individueel verschilt. Op deze pagina vertellen we je wat van invloed is op de kwaliteit van een echo.
De expertise van de echoscopist
De bekwaamheid van de persoon die de echo uitvoert, heeft een aanzienlijke invloed.
Omdat een zwangerschapsecho anders is dan bijvoorbeeld een nierecho, is het van groot belang dat de echoscopist veel ervaring heeft in het specifieke gebied. Bij pretecho&zo hebben we juist echoscopisten die zich volledig hebben gespecialiseerd in zwangerschapsecho’s. Wij werken namelijk alleen met opgeleide echoscopisten.
Kwaliteit van het apparaat
Om heldere beelden te verkrijgen, is de kwaliteit van de apparatuur eveneens van belang. Bij pretecho&zo maken we gebruik van hooggespecialiseerde echo-apparatuur, toonaangevend op het gebied van 2-3/4D-echo’s.
Andere belangrijke aspecten die invloed hebben op de kwaliteit van een echo zijn:
Optimale positie van de baby
De meest cruciale factor is de ligging van de baby. Voor heldere beelden is het essentieel dat de baby naar de “camera” kijkt (het apparaat op de buik). Je kunt je voorstellen dat als de baby met de rug naar ons toe ligt, het lastig wordt om het gezichtje te zien. Dit geldt vooral voor een 3/4D-echo. Net zoals wanneer we een foto nemen, kijken we naar de camera. Maar baby’s draaien meerdere keren per dag en sommigen liggen graag op hun buik, wat het zicht op het gezichtje bemoeilijkt. Helaas kunnen we de baby niet in een bepaalde houding plaatsen.
Hoeveelheid vruchtwater
De hoeveelheid vruchtwater is vooral belangrijk voor een 3/4D-echo. Meer vruchtwater zorgt voor een vrijere ligging van de baby en minder verstoring door de baarmoederwand, wat resulteert in scherpere beelden. Helaas verandert de vruchtwaterhoeveelheid niet abrupt, waardoor sommige baby’s duidelijker in beeld komen dan anderen.
Placentaligging
De placenta kan op verschillende plekken aan de baarmoeder vastzitten. Voor de bevalling is het cruciaal dat deze niet voor de baarmoedermond ligt, omdat dit de doorgang voor de baby zou blokkeren. Bij een 20 weken echo wordt hier standaard naar gekeken.
Stel je voor dat de placenta aan de voorkant (buikzijde van de moeder) ligt en de baby naar de “camera” kijkt, dan kan het gezichtje achter de placenta verborgen zijn, wat resulteert in onscherpe 3/4D-beelden. Dit is vergelijkbaar met het bedekken van je gezicht met een dekbed en een foto maken. Omdat de placenta tijdens de zwangerschap op dezelfde plek blijft, komen sommige baby’s beter in beeld dan anderen. Een baby met een placenta voor het gezichtje kan beter een beetje opzij kijken. Dus als de placenta aan de voorkant zit, is het raadzaam om wat eerder te komen, bijvoorbeeld rond 24 weken, zodat er nog kans is op een vrij zicht op het gezichtje. Na verloop van tijd kan de baby zich meer achter de placenta verbergen en wordt een 2-3/4D-echo moeilijker vanwege de afnemende ruimte.
Postuur van de mama
Als je een slank postuur hebt, is de kans groter op heldere beelden in vergelijking met iemand die volslank is. Een dikkere laag tussen de “camera” en de baby absorbeert meer geluidsgolven in de buikwand, wat leidt tot minder scherpe beelden. Bij een volslank postuur is de kans op betere beelden groter naarmate de zwangerschap vordert, bijvoorbeeld rond 28 weken, omdat de buikwand dunner wordt naarmate de baby groeit. Houd hierbij wel rekening met de placentaligging, zoals eerder vermeld.
Het moment van de echo
Het ideale tijdstip voor een pretecho is niet eenvoudig vast te stellen. Onze ervaring leert dat de beste kans op een succesvolle 3/4D-echo ligt tussen de 22 en 30 weken zwangerschap. Voor een 2D-echo is er meer flexibiliteit. Vanaf 12 weken kunnen al leuke beelden worden verkregen. Bij een 2D-echo is de afhankelijkheid van andere factoren aanzienlijk minder.
Neem voor andere vragen contact met ons op!
